Jef van Kempen gedicht: De held

 

D e  h e l d

 

Nog een kind droomde ik een groot minnaar

te worden. Het lot had bepaald dat ik een bron

 

van liefde en lust werd en terwijl iedere vorm

van verdorvenheid, van ontucht, mij vreemd was,

 

bedreef ik met ware doodsverachting de liefde.

Mijn dapperheid werd alom geroemd.

 

Eeuwenlang was mijn lichaam een lust voor het oog.

Dag in dag uit, jaar in jaar uit, bracht ik vals en

 

vlug, zonder pijn, zonder omzien naar de wereld,

onzichtbaar tussen droom en daad, mijn veeleisende

 

bruiden geluk.

Ook al was ik een toonbeeld van zelfbeheersing: mijn

 

nooit aflatende inzet zou mijn arme hart meer en meer

bedrukken. Totdat mij geen andere weg bleef dan mij te

 

schikken naar de nukken van mijn laatste metgezel:

mijn onovertroffen innerlijke schoonheid.

 

 

Jef van Kempen

 

(Uit: Laatste bedrijf. Gedichten 1963-2008)

 museum of lost concepts – gedichten

Jef van Kempen gedicht: Requeim


 

R e q u i e m


O, dood, bedrieglijk, bedrieglijk scharminkel.

Daar waar (van aangezicht tot aangezicht)

 

onsterfelijke schoonheid onverdraaglijk wordt,

heult huichelachtige liefde met U:

 

spiegeltje, spiegeltje aan de wand,

wie is de mooiste van dit land?

 

Voor wie wit is, wit is als sneeuw,

is het lot van een graf in de zwarte,

 

in de zwarte aarde te zwaar.

O, dood, bedrieglijk, bedrieglijk scharminkel.

 

Zeven maal zeven maal zeven maal

zoveel niet-aflatende rouw om

 

deze nietsontziende vergankelijkheid.

Bij dit eenzame glazen graf stijgt een

 

woordloos gejammer op naar een verre,

naar een verre hemel:

 

die spiegel van eeuwigheid.

 

 

Jef van Kempen

 

museum of lost concepts – gedichten